In het kleinste en merkwaardigste museum van Berlijn: Roland Albrecht en Jospeh Beuys, edelweiss, rolstenen, bonsaihertje, olijveneik, Marin Marais, Maria Theresia, Mont Ventoux, Petrarca, tuinkabouters en anti-geluid.
Soms kon je lang staan te wachten bij de kassa van het antiquariaat van de Slegte. Een klant voor je informeert naar een moeilijk te verkrijgen boek of moet een hele stapel afrekenen. In Amsterdam was men zo voorkomend om speciaal daarvoor rondom de kassa de meest verleidelijke kunstboeken en andere interessante uitgaven te etaleren. Zo bleef ik hangen aan een mooi uitgevoerd boekje in rood linnen kaft. Goed voor mijn Duits dacht ik daarbij.
Het las ook als een trein. Niet alleen had de schrijver een prettige stijl, zijn onderwerpen waren vooral pakkend! Ik had de catalogus van het Museum der Unerhörten Dinge in mijn bezit!
Nooit van gehoord? Ik ook niet in 2005. Met stijgende verbazing en opwinding las ik het elegante boekje van 115 pagina’s in een ruk uit want wegleggen lukte niet. Regelmatig moest ik glimlachen om een volkomen originele zienswijze op zaken uit het Museum.
Na mij las mijn partner het en ook hij barstte geregeld in lachen uit. Hierna hebben nog enkele collega-kunstenaars het gelezen. Zij vonden het ook allemaal bijzonder. Met een van hen heb ik nu zelfs een hartgrondig meningverschil: Hij denkt dat alles uit een dikke duim komt en ik geloof dat in elk verhaal een kern van waarheid zit, of dat zelfs alles waar is. Maar ik geloofde dan ook heel lang aan Sinterklaas.
In de zomer van
2006 ging ik toch op zwerftocht door Duitsland. Een omweg langs Berlijn-Schönefeld waar het museum
gevestigd is, lag dus voor de hand.
Het was een heel gezoek want anders dan wij hier gewend zijn worden sommige straten in Berlijn
genummerd
volgens het systeem dat even en oneven nummers elkaar opvolgen en aan het eind van de straat aan de
overkant weer verder gaat. Voordat we dat door hadden kwamen we steeds weer uit op een levendige
Turkse
markt aan het eind van de straat.
Maar de directeur van het museum kwam ons te hulp toen hij hoorde dat we speciaal voor zijn museum
waren
gekomen. Het was eigenlijk gesloten omdat hij de slappe vakantieperiode te baat had genomen in
Zuid-Tirol onderzoek te doen naar enkele voorwerpen uit zijn depot. En tja, goed personeel om de
zaak
ondertussen draaiend te houden was nou eenmaal schaars.
Overigens zijn de openingstijden van het museum enigszins chaotisch. Houdt u daar rekening mee als u een bezoek wilt brengen en raadpleeg de website!
Het Museum der
Unerhörten Dinge is volgens zeggen van de directeur het drukst bezochte museum in Berlijn, als je
dat
aantal bezoekers relateert aan de oppervlakte. Het is dus piepklein, maar bevat wel een
tentoonstellingsruimte èn een depot. Het is gevestigd in een gezellige buurt die in 2006 heen en
weer
slingerde tussen trendy en allochtoon.
Roland Albrecht, de directeur, beschrijft zichzelf als een ‘vinder, niet een verzamelaar’. In het
nawoord
van zijn boekje vertelt hij hoe de dingen op zijn weg komen, hoe ze tegen hem beginnen te praten en
langzaam iets over hun bijzondere betekenis loslaten. Daarbij gaat hij beslist niet in een nacht
over
ijs: zijn research is indrukwekkend. Elk verhaal wordt
gevolgd door voetnoten van geraadpleegde literatuur. Hij neemt ook niet voetstoots alle verhalen aan
die
hem verteld worden, want er zitten ook aanstellers, imitators en wannabees onder de zaken die om
zijn
aandacht vragen. Hij schroomt dan ook niet om bij grensoverschrijdende zaken buitenlandse experts te
raadplegen. Sommige dingen hebben als het ware een getraumatiseerd verleden en laten pas na jaren
zwijgen iets los, alsof ze hem dan pas in vertrouwen durven nemen.
Het depot achter het museum is verdeeld in een wand waar de collectie staat als deze niet wordt
geëxposeerd in het Museum of (regelmatig) op reis is in het buitenland en een wand waar de dingen
staan
die wachten op de beschrijving van hun verhaal.
Laat ik enkele dingen noemen:
De olijveneik
Waar komen de tuinkabouters vandaan?
Hoe kwam de edelweiss aan haar roem?
De eerste praktische toepassing van antigeluid.
Hoe kwam Joseph Beuys aan zijn haas?
De afbeelding van een gedachteflits
Sinds wanneer roept men “Ahoi” in de
scheepvaart?
Hoe vond Marin Marais zijn zevende snaar?
De parelmoeren knopen op de uniformen van keizerin Maria Theresia’s soldaten.
Een stukje van de steen van de Mont Ventoux waarop Petrarca uitgerust heeft na zijn beklimming in
1336
En de collectie breidt
zich nog steeds uit. Elk stuk wordt nauwgezet beschreven. U kunt het ook allemaal nalezen, in het
Duits
en in Engels, op de museumsite
Voor de duur van één maand opende in juni 2007 in Amsterdam op de hoek van de Witte de Withstraat
(op nr
139) en de Jan van Riebeeckstraat het Natuurlijk Museum haar deur voor u. Roland Albrecht nam daar
ook
aan deel. Hij kwam met een wagen vol edelweiss om die hij in Amsterdam te laten verwilderen en
daarmee
de tulp te verdringen. Door omstandigheden is dat niet gelukt.
Hij werkt samen met kunstenaars om de meest
wilde ideeën uit werken en stelt die ten toon in zijn piepkleine museum en openbaart ze op de
website.
Ook doet hij performances met objecten en geluid buiten de deur. Hij doet ook steeds mee met
‘museumnacht’ in Berlijn en dan puilt zijn tent uit. Deze figuur moet je echt eens volgen.