Antony Gormley, gateshead, angel of the north, exposure Lelystad, museum Voorlinden

Antony Gormley’s Angel of the North, De poortwachter van Gateshead kijkt uit over Tyneside.

Reis per auto naar Newcastle of er langs naar het noorden en op de grens van Gateshead, dat aan Newcastle vastzit, word je begroet door de Angel of the North. Dit enorme beeld van een mensfiguur met uitgestrekte vleugels is al uit de verte zichtbaar. Angel of the North staat tussen de A1M en A167 en kijkt uit over het wijde, golvende Angel of the Northlandschap dat sinds de 16e eeuw gekoloniseerd werd door mijnen en fabrieken. De laatste mijnen sloten eind jaren ’60 van de vorige eeuw en hierna werd het land ‘herwonnen’. Het ziet er weer uit als agrarisch landschap maar heeft toch iets schraals en vreemds. In de verte ligt de ruggengraat van Engeland, de Pennines, en aan de voet van de Angel of the North kronkelen zilveren linten van snelwegen.

Gateshead Council verstrekte in 1994 aan de beeldhouwer Antony Gormley de opdracht hier een beeld neer te zetten en sindsdien werd er met ingenieursbureau Ove Arup & Partners aan gewerkt. Op 14 februari 1998 werd het hele werk, dat in delen in Hartlepool aan de Teesside waar het geconstrueerd werd, in één nacht op diepladers vervoerd naar de huidige plek. De volgende dag werd het geplaatst en op 16 februari werd het al onthult. Een mooi staaltje van vakmanschap.

Niet iedereen was meteen gelukkig met dit reusachtige beeld, maar inmiddels is het een niet weg te denken icoon in het landschap geworden waar je naar gaat uitkijken als je er vaker langs komt. Je komt het ook steeds vaker tegen in Britse tv serie. Wanneer je er vlak bij staat is het bijna niet te bevatten hoe groot en zwaar het is Toch lijkt het ook van dichtbij heel ‘licht’. Door de hoogte van 20 meter en de vleugelspan van 54 meter kreeg ik, toen ik er onderstond, het gevoel dat een aartsengel me onder zijn vleugels nam. Voor Angel of the North werd zo’n 200 ton corten-staal gebruikt.

Antony GormleyAngel of the North (Londen 1950) is in Nederland niet erg bekend, maar door Angel of the North is zijn naam in het United Kingdom een begrip geworden. Gormley studeerde archeologie, antropologie en geschiedenis aan het Trinity College in Cambridge. Na een reis van drie jaar naar India en Sri Lanka om het Boeddhisme te bestuderen volgde hij de Central School of Art, Goldsmiths College en de Slade School of Art. In 1994 won hij de Turner Prize en in 1999 de South Bank Prize. Hij exposeert regelmatig in Duitsland (Keulen, Kassel Documenta 8), en over de hele wereld (Biënnale Venetië) In 2006 haalde hij met ’Another Place’, een reeks Iron Men in de branding van Crosby Beach bij Liverpool, het nieuws. De kustwachters vonden dat deze beelden op strandpalen gevaarlijk waren voor zwemmers en wandelaars. En bewoners uit de omgeving vonden de toeloop van kijkers hinderlijk en sommige mensen namen aanstoot aan de blote vorm van de ijzeren mannen. De beelden stonden bij eb droog en verdwenen bij vloed tot aan het hoofd in het water. Het verschil tussen eb en vloed kan aan deze kust wel 4 meter zijn! Een fascinerend gezicht dat ik alleen maar van een filmpje ken.

Het was een tijdelijke installatie maar het schijnt dat de opstelling nu permanent is op Mariners Road, Crosby Beach, Liverpool, Merseyside, L23 . Op internet wordt al snel duidelijk dat dit kunstwerk nog steeds grote weerstand oproept bij sommige mensen.

Antony Gormley in Nederland.
Tot voor kort was het enige beeld dat van hem in Nederland in het openbaar te bezichtigen was een in opdracht gemaakt figuur voor het departement van WVC in Den Haag. In een diepe put op de binnenplaats van het Ministerie van WVC staat een mens tot zijn navel in het water. Iedereen loopt over hem heen. Ook toen er van Gormley in 2008 in de Kunsthal een grote overzichtsexpositie was, werd er met geen woord naar dit beeld verwezen. Heel vreemd. De binnenplaats in een nietszeggend nieuwbouwcomplex met de uitstraling van een verzekeringskantoor is toegankelijk op kantoortijden en ligt op 2 minuten lopen van Den Haag Centraal. Tijdens de tentoonstelling in de Kunsthal in 2008 stonden er zes beelden verspreid over de binnenstad van Rotterdam, overal aan de rand van het dak. Sommige mensen vonden dit nogal bedreigend.

Sinds 2010 staat een reusachtig werk van hem bij de Houtribsluizen van Lelystad aan het eind van een landtong. Het is een magistraal werk, dat technisch veel voeten in aarde heeft gehad. Vooral als je aan komt rijden zit deze figuur peinzend gehurkt aan de rand van het water. Dichterbij kun je zien dat hij is opgebouwd uit profiel en bouten. Ook als je tussen de benen door loopt blijft hij ijl en ragfijn. De titel Exposure betekent zoveel als blootgesteld, onderhevig zijn aan. In de volksmond heet het beeld al de Poepende Man. Spiral Hill Verder komt zijn werk voor in de Caldic Collectie in den Haag. Deze collectie wordt voor het publiek toegankelijk als het nieuwe Museum Voorlinden in 2016 open gaat.

Gormley gaat in zijn werk uit van de vorm van het menselijk lichaam. Zelf zegt hij hierover dat zijn werk een poging is om de plaats aan de andere zijde van de verschijningsvorm waarin wij leven in materie uit te drukken. Hij neemt daarvoor zijn eigen lichaam als uitgangspunt omdat hij hierdoor het onderwerp het meest van dichtbij zal kunnen benaderen en omdat dat het enige deel van de materiele wereld is dat hij zelf van binnenuit kan ervaren. Hij ziet het lichaam niet als een object maar als een plaats. De ruimte die het lichaam in zijn werk inneemt moet juist een situatie uitdrukken die voor alle menselijke wezens opgaat. Het werk is niet symbolisch bedoeld maar beschrijvend. Het is een spoor van een gebeurtenis van een lichaam in de tijd.

Gateshead en Newcastle
Gateshead en Bruggen van NewcastleNewcastle liggen tegenover elkaar aan de rivier de Tyne. Newcastle (Tyne and Wear) is een hele oude stad die zich sinds de Romeinen er waren steeds heeft weten aan te passen aan de veranderingen van de tijd. Er werd in de Middeleeuwen al steenkool gewonnen en nadat de mijnen in dit gebied zijn gesloten en de steenkolenoverslag stopte, is de stad in verval geraakt. Tot de jaren ’60 van de vorige eeuw was het een stad vol zware industrie, handel en kolenoverslag. Prachtige foto’s van de scheepsbouwnijverheid getuigen daarvan. Nu is Newcastle een schonere stad, die helaas door verkeerde beslissingen, corrupt bestuur en projectontwikkelaars, aan de oevers van de Tyne verpest is met kantoren en parkeergarages. Gelukkig zijn er een aantal prachtige bruggen overgebleven die nog iets verraden van de vroegere bedrijvigheid. De allernieuwste brug, the Eye, is een schitterend technisch hoogstandje. Deze fiets- en voetgangersbrug voert naar Gateshead aan de overkant van de rivier. Daar staat aan de oever de Baltic, een voormalige graansilo, nu een interessante kunsthal voor moderne kunst, zonder eigen collectie maar met prachtige tentoonstellingen (en uitzicht). Er staat een blobvormig, spiegelend muziekgebouw naast, ook supernieuw.

De Geordies, de bewoners van Newcastle, houden van hun stad. De plaatselijke Touristboard organiseert interessante rondleidingen die ingaan op diverse delen van de geschiedenis van de stad.

Langs beide zijden van de rivier loopt een metro, van North Shields (hier rees ooit de muur van Hadrianus op uit de zee!) naar South Shields. Deze twee kleine vissersplaatsen met strandplezier liggen onder de rook van grote veerboten die uit Nederland en Scandinavië binnenvaren. Onderweg zie je vanuit de metro braakliggende gebieden waar vroeger scheepswerven lagen. Je rijdt langs de Tyne, onder de stad door en je kruist daarna heel hoog de rivier. Het is zichtbaar dat Newcastle en Gateshead weer uit het slop kruipen. Tussen North Shields en South Shields vaart een ferry over de monding van de Tyne. Je kunt dus een rondreis per metro maken.

In Newcastle en omgeving kun je moeiteloos een week doorbrengen. Juist door het voormalige ruige industriële karakter is er heel veel interessants te ontdekken. Aan de A 183, niet ver van Washington, ligt op een heuvel een enorme Griekse tempel die vanaf de omringende heuvels van Norhumberland en Durham al zichtbaar is. Dit is het Penshaw Monument, een folly gebouwd in 1844 voor John George Lambton, 1e graaf van Durham en gouverneur van Canada. Dezelfde architecten bouwden in Newcastle het Grey Monument in Grey Street. Vader John en zoon Benjamin Green waren zowel architect als bouwondernemer. Deze Dorische tempel zonder dak of muren, een folly, is gebouwd naar het model van de tempel van Theseus in Athene, alleen iets kleiner, maar nog steeds imposant groot.

Het gebouw is zwaar beroet door anderhalve eeuw vuile industrie in de omgeving. Doordat het hele gebied ondergronds doorboord is met mijngangen verkeerde de tempel in gevaar van instorten en was toegang verboden. Wat niet weg neemt dat ik er in 1996 met gemak bij kon komen. Inmiddels is het opgelapt door de National Trust die de toegangskaartjes verkoopt. Wanneer de bewolking laag hangt verdwijnt de tempel vaak in de mist en dat levert een mysterieus beeld op.

De klassieke Oudheid was erg intrek in de18e en 19e eeuw. In Washington, ten zuiden van Newcastle, ligt over de rivier de Wear een brug die afgekeken werd van het Romeinse aquaduct van Alcántara. In Rowlands Gill aan de B 6314 ligt Gibside Estate. Van 1721 tot 1767 was het landgoed in bezit van George Bowes, een parlementslid voor de Whigs en ver familielid van de onlangs overleden koningin-moeder (Bowes-Lyon). Uiteraard was ook Bowes een mijneigenaar, net als bijna alle grootgrondbezitters uit de omgeving. De Gibside Chapel is een Palladiaans mausoleum van James Paine en werd gebouwd tussen 1760 en 1766. Met het verval van de mijnen in dit gebied dreigde ook dit gebouw ten onder te gaan door gebrek aan geld voor het onderhoud. Inmiddels is het in bezit van de National Trust, die ook het park beheert. Het landgoed bestaat vooral uit bos en heeft alles wat nodig is voor een mooie Engelse kostuumfilm. De Grand Walk die recht voor de Chapel begint, leent zich uitstekend voor de postkoetsscène. Ik heb hem wel eens herkend in een speelfilm en tv-serie. Aan het eind van de Grand Walk staat de Column of British Liberty. Ondanks de ondergrondse gatenkaas van mijngangen staat deze Dorische zuil met een hoogte van 140 voet en een beeldhouwwerk op de top nog steeds overeind. Van de overige gebouwen zijn sommige wel gerestaureerd maar niet toegankelijk. Ook de Oranjerie is in Palladiaanse stijl gebouwd..

Het is ongelofelijk hoe snel na de mijnsluiting het landschap hier veranderd is. Toen ik de eerste keer door Consett reed werd het stadsbeeld nog gedomineerd door een gigantische wirwar van metalen buizen, pijpen en lucht in- en uitlaten van een staalfabriek of hoogoven. Tien jaar later was er helemaal niets meer te zien, behalve ‘herwonnen land’ en werkelozen. Alleen met de foto’s van het Duitse fotografenpaar Bernd en Hilde Becher kan men zich nog een beeld vormen van wat er daar heeft gestaan. Vlakbij de voormalige fabriek, die in mijn herinnering in het centrum van Consett lag, bevond zich een enclave van typisch Engelse arbeidershuisje. Drie of vier straten rug aan rugwoningen, de plee nog buiten, gaten in het asfalt. Ook weer mooi voor een film, als je er zelf niet hoeft te wonen.

En voor wie weten wil hoe het werkend leven in deze omgeving er de laatste 200 jaar uitzag kan ik aanraden het openluchtmuseum in Beamish te bezoeken.

www.antonygormley.com
www.gateshead.gov.uk
www.nationaltrust.org.uk
www.beamish.org.uk
www.lelystad.nl/exposure
www.visitliverpool.com/things-to-do/another-place-by-antony-gormley-p160981
voorlinden.nl
Info over Gormley door Artsy

Exposure. Antony Gormley. 2010 Gemeente Lelystad. ISBN 9 789081 598019
Follies. Gwyn Headley en Wim Meulenkamp. 1990 ISBN 0-224-02790-5.
Postcode Exposure: Tomtom 8242 PA
 
© Els Bannenberg juli 2006. Herzien april 2016.

Angel of the North

Angel of the North

Gormley in Rotterdam

Gormley, exposure

Gormley, exposure

Alfred Jensen in Hombroich

Penshaw Monument

Penshaw Monument
Om mijn werk te zien moet u deze website op een desktopcomputer, laptop of tablet bekijken
"Kijken is mijn vak"
© 2024 Els Bannenberg